
Geboren in 1952, kreeg Francis Méan zijn opleiding in het Institut Supérieur des Beaux Arts St Luc in Luik.
Het werk van Francis Méan blijft door de jaren heen herkenbaar en toch verandert hij regelmatig heel wat aspecten van zijn stijl. Verandert hij kleuren in zijn pallet of komen er volledig nieuwe thema’s aan bod.
In 1995 is zijn werk ook vrij plots explosiever, kleurrijker en vuriger geworden. Hoe dan ook een sterk staaltje van artistieke moed. Francis Méan beheerst natuurlijk ook zijn vak. Hij beheerst het métier dat velen ontbeert.
Méan maakt bijvoorbeeld zelf zijn etsen. Hij produceert persoonlijk elk exemplaar van een editie. Zijn artiestenproeven zijn meteen ook daadwerkelijk proeven voor het definitieve werk. Hij zoekt, wikt en weegt en beoordeelt zo het werk dat hij creëerde. Geselecteerde galeries stellen zijn werk tentoon en internationale uitgevers brengen regelmatig edities met grafiek uit.
“Tegenover de geslotenheid is mijn verwondering voor de schepping van hemel en aarde des te groter. De natuur spreekt, maar de mens is te druk bezig om het te horen. De natuur blijft mijn belangrijkste inspiratiebron, met aandacht voor het oneindig grote en het oneindig kleine. De kleuren van de zee, de vorm van een berg alsook de vluchtige omvang van de regenzwangere wolken inspireren mij. Duizend en één kleuren die zich over het witte doek verspreiden zoals de bliksems van tien onweersbuien. Tijdens het schilderen stopt de tijd waarin snelheid in de plaats van de mens gekomen is, en efficiëntie in de plaats van levensgeluk. We willen steeds meer hebben maar niet noodzakelijk beter. Schilderen is afstand nemen. Een intens moment van oprechte schepping beleven, en mettertijd zien hoe straaltjes felle kleuren zich op het witte doek vermengen tot een evenwichtige verhouding, die het binnenste van zichzelf weerspiegelt.”
Een nieuwe uitdaging vindt Francis in de derde dimensie. Hij wil personages creëren in brons, die de levensvreugde uitbeelden van het bij de dag leven en die elk moment weten te waarderen. De uitdrukking zoekt hij vooral in de houding van de personages en niet zo zeer in hun gezicht. De beelden houdt hij bewust neutraal en geslachtsloos.
Wat hem vooral interesseert is de beweging van het lichaam: spontaan en snel, voorbijgaand, soms grappig in houdingen die de mens onbewust aanneemt.
In een wereld die soms lijkt te vergeten dat het leven een geschenk is, weet hij feilloos de spontane momenten van levensvreugde te vangen in zijn beelden.
De gekleurde omlijsting of achtergrond bij de beelden is net zo belangrijk. Zij herinneren de kijker er aan dat Francis Méan in de eerste plaats een kunstschilder is en dat de kleuren hem dierbaar zijn in zijn scheppingen. Zij zijn de glimlach van zijn schilderkunst, de verfrissing van de beelden.